dinsdag 12 november 2019

Het vaste land van Europa verlaten.


Het vaste land van Europa verlaten, op naar Port Santo, 13 augustus 2019
Op de 4e dag van onze reis, na 3 nachten doorvaren, zouden we tegen de schemering aankomen op onze nieuwe ankerplek op Porto Santa. Het is prachtig als je na een aantal dagen alleen maar varen en water om je heen, plotseling, want opeens zie je het dan, iets ziet wat land zou kunnen zijn: het eiland Porto Santo doemde met vage contouren voor ons op.
Porto Santo komt steeds dichterbij


En dat is dan ook het moment dat je ongeduldig wordt: je wilt er dan zijn, maar het duurt dan nog uren. Belangrijk was dat we voor het donker het anker zouden kunnen laten vallen, en op een gegeven moment kregen we een berichtje binnen van de Palatina, dat er een mooi leeg plekje achter hen was… Zo handig is AIS dus, zij zagen ons aankomen varen. Met ons dek licht( een schijnwerper voorop) aan, en verder bijgelicht door hen lagen we snel vast om 9 uur in de avond, en al donker. Met Freke en Simon aan boord hebben we lekker genoten van een verdiend Terschellings juttertje, gekregen van Wouter en Marian bij ons vertrek: we genieten er van!
We vertrokken om een uur of 11 vanuit Culatra, voor de Portugese kust, nadat ik eerst nog het bestelde brood had opgehaald met ons bijbootje, waarbij ik nog even lekker door de achteraf straatjes kon genieten van het eiland. Ad had ondertussen het log (voor de snelheidsmeter) even losgemaakt, dit keer door het water in te gaan en met de hand het wieltje te laten bewegen. Het bootje ging het water uit, goed vastgemaakt  op het middendek op de luiken, het zeil klaargemaakt om ingezet te kunnen worden. Alles gecheckt en in orde bevonden. Ankerop ging heel makkelijk, en de route naar buiten was gewoon de omgekeerde navigatie doen: alles liep op rolletjes, de stroom van 2 knopen hadden we keurig mee. Buiten de pieren, geen woeste zee, maar helaas ook geen wind, De motor hebben we uren lang aan gehad, de boot was een beetje een speelbal van de deining die er wel was, en dat is ongeveer het recept om zeeziek te worden voor mij later op die dag. Gelukkig hadden we voor een paar dagen warm eten klaargemaakt, bolognese saus voor 3 maaltijden, en nasi. Onze ervaring is dat tijdens overtochten er toch altijd minder wordt gegeten dan je normaal doet, sowieso als ik me niet lekker voel gaat er maar een heel klein hapje in, maar als we dan weer op de plaats van bestemming zijn, kunnen we daardoor nog wel verder genieten van onze snelle happen.


Gelukkig kon de motor na een aantal uren uitgezet worden, en zeilden we met alleen het geluid van de golven, rustig naar het zuidwesten. Dat rustige zeilen ging in de avond en nacht over in wat heftiger zeilen. De wind nam toe, de zeilvoering werd aangepast met het eerste en later het 2e rif erin, het voorzeil werd een stukje ingerold, en nog gingen we met een snelheid van 7 tot 8 knopen, met uitschieters het water door. Leuk is dan om af te tellen hoeveel zeemijl het nog is tot het eindpunt: nou dat schiet dan lekker op. Alleen ’s nachts willen we liever de boot wat rustiger laten varen, maar ja, rustiger ging niet. Ondertussen lag ik lekker in mijn zeekooi (een zitbank aan de lage kant van de boot waarbij een zeiltje was opgehangen om te zorgen dat je er niet uit kan vallen), en hoorde de boot flink zijn best doen om alles goed te laten lopen.
Op deze reis, ik had het nog niet vermeld, hadden we er namelijk 2 bemanningsleden bijgekregen, Bob en Arie. Het is een heel betrouwbare uitbreiding van de crew: ze zijn 24 uur per dag inzetbaar, en zorgen voor voldoende energie aan boord en houden de boot op koers. Hoe dat zit? Onze stuurautomaat hebben we vernoemd naar Arie, een oud-collega/zeilvriend van Ad, en onze Watt&Sea, de hydrogenerator die tijdens het varen stroom oplevert, naar Bob, onze schoonzoon, die bij elektrische en stroomvraagstukken goed in zijn element is. Voor ons zijn deze 2 hulpen super, en bovendien heel leuk om steeds over Bob en Arie te spreken i.p.v. over de stuurautomaat of de Watt&Sea.
Onze Arie


Ondanks onze 'uitgebreide crew' ging het die nacht toch niet helemaal lekker. De boot maakte door een golf een flinke schuiver, en er kwam veel water over. Het bijbootje was van zijn plek verschoven naar opzij, en Ad heeft het wat terug proberen te leggen, en wat anders vastgemaakt. Later die nacht kwam Ad kwam op een gegeven moment, midden in de nacht, van buiten weer terug de kajuit in, met het bericht dat het voorzeil zichzelf helemaal uitgerold had. Dat was al wel te merken aan het flinke lawaai en geklapper. Dat kwam niet doordat een van ons dat zelf had gedaan, maar een lijn, de haallijn van het voorzeil, waarmee het zeil ingerold kan worden, was kapot gegaan. Dan kun je dit zeil dus niet meer inrollen, en opeens hadden we dus wel veel te veel zeil opstaan voor de combinatie zeegang en wind van 20 knopen, met uitschieters naar 25 knopen. Het derde rif in het grootzeil bleek de uitkomst, en deed zijn werk goed. De volgende dag, met het rustiger worden van de zee, heeft Ad de iets mindere lange haallijn opnieuw kunnen aanbrengen om de Furlex rol, en konden we het voorzeil weer reven. De oorzaak van dit terugkerende probleem was een bron van zorg, en samen met Arie, is de oplossing gevonden: Ad ging knutselen in de ankerbak, en heeft de lijn nu over een glad stuk slang laten lopen.
Je bewegen in de boot was een ware kunst, aan en uitkleden eveneens, evenals een bezoek aan de toilet. Ad hield zich bezig met het klaarmaken van het avondeten, eigenlijk gewoon opwarmen, maar best een klus met zo’n schommelende boot. Kastjes open doen is ook zorgen dat niet de inhoud eruit rolt, en na het opendoen van een lade moest je vooral niet vergeten deze goed te sluiten met het knopje, omdat ie anders spontaan open ging, en dat meestal met veel geweld. Gelukkig zitten er in de boot allerlei handgrepen, op strategisch goede plekken, waar je je goed aan kunt vasthouden met het bewegen door de boot heen. En dan nog zitten er na zo’n reis toch blauwe plekken op je been of arm. Als het daarbij blijft, zijn we tevreden, maar het is wel goed oppassen, ook binnen in de boot.
Aan dek is oppassen ook heel belangrijk, een reddingsvest en lijn waarmee je vast zit aan de boot, horen bij de outfit als we ’s nachts naar buiten gaan, voor inspectie, zitten aan dek, of om iets te doen. In ieder geval is dat een heel gerust idee voor de ander die op dat moment bijvoorbeeld slaapt.
Op deze overtocht heeft Ad zijn hengel maar weer eens uitgegooid. 
Ad heeft beet,een kleine tonijn, maar helaas...

Dit keer zat er een flinke lijn achter van zo’n 100 meter, en als lokkertje voor een tonijn, die we hoopten te gaan vangen, een heel mooi kunststof visje. Al vrij snel begon de molen van de hengel geluid te maken, het seintje voor ons dat er wat aan het gebeuren was. Ad ging heel professioneel proberen de vis binnen te halen, vieren en weer aantrekken van de lijn, precies zoals het in ons Handbook of Fishing (met dank aan Dea en Betty) te lezen was, en ik ging alvast maar de puts tevoorschijn halen…. Maar helaas, de vis, een mooie kleine tonijn, won van Ad, en Ad kon weer opnieuw beginnen. En dit keer was Ad op het voordek bezig met de reparatie van de haallijn, hoorde nog net wat geratel van de lijn toen hij weer bij het achterdek kwam, maar toen was het al te laat: het laatste stukje lijn verdween het water in…en ergens in de oceaan zwemt nu een vis met een hele lange lijn, tenzij hij zich heeft kunnen ontdoen van het aas visje (wat we maar hopen). Helaas hebben we op deze manier wel de oceaan wat vervuild. Ons idee om plastic uit de oceaan te halen als we het onderweg tegenkomen lost iets van onze schuld in. Regelmatig kom je rotzooi tegen, flessen, bakken, plastic drijfmiddelen.
We konden nu niet meer vissen, bij gebrek aan een nieuwe lijn…. Rust…
Wat we nog wel gevangen hebben zijn 2 kleine inktvisjes, waarschijnlijk met een grote golf water mee de boot op gespoeld. Helaas voor hen vonden we ze al uitgedroogd liggen, hun oogjes keken ons wat triest aan.
De wind op deze tocht heeft zich van zijn goede kant laten zien, uit de verwachte hoek, en na een paar dagen op zee merk je dat je begint te wennen aan het geschommel. Ook ga je er langzaam achter komen dat je alles heel rustig aan moet doen, en na een klusje weer even niets moet doen om hiervan bij te komen. Op een gegeven moment lukte het zo goed om een spelletje schaak te spelen ( met magneetjes, heel leuk en handig cadeau van Eveline), de gennaker op te zetten, een boek te lezen. Het leven aan boord werd daardoor relaxter en aangenamer.
Porto Santo in zicht

Ons verblijf op Porto Santo was heel plezierig. We konden gebruik maken van douches, de wasmachine, de aanlegsteiger voor de dinghy, van de Marina. Het was ook weer de plek waar we lekker hebben kunnen bijpraten met de bemanningen van de Palatina en de Jest, en ook veel andere vertrekkers hebben gesproken. En dat kwam ook omdat we op de kade muur van Porto Santo onze muurafdruk hebben achtergelaten. Bij de plaatselijke Chinees, die we herkennen aan de man/vrouw achter de kassa bij de ingang van de winkel, konden we verf in de 3 kleuren van de Nederlands vlag kopen, en kwasten in allerlei soorten en maten. Een oude zeekaart was handig om de ronde vorm uit te knippen, letters en cijfers uit een oude folder met een rooster erop geknipt, en aan de gang gegaan: een projectje van een paar dagen, omdat het niet dekte in 1 keer, het best vermoeiend was, en als laatste: de gezellige praatjes tijdens het tekenen en schilderen vertraagde het proces. 
Het resultaat is vastgelegd door Inge. Waar we ons alleen zorgen om maakten, was of iemand er niet gewoon rücksichtsloos over heen zou gaan schilderen, en dat kom je dan niet echt te weten. Hier hebben we iets op bedacht: we hebben gevraagd of mensen na ons een selfie met ons logo willen maken en het doorsturen (in ruil voor een biertje aan boord), en we hebben er al diverse ontvangen….

Op Porto Santo hebben we veel gelopen, en veel gezien; een wandeling vanaf de haven langs een smal paadje langs de kust leek dood te lopen, maar gelukkig keek Ad nog even verder en zag een gegraven tunnel die naar de andere kant van het eiland leidde. Heel bijzonder. 
De tunnel die naar de andere kant van het eiland liep

Aan die kant was aan de kust heel zacht wit gesteente, die door de wind snel erodeerde: grillige en mooie vormen zijn daardoor ontstaan. De kust aan deze kant van het eiland was een stuk woester en rotsiger.
Levensgrote  zandsculpturen

Grote kiezels op het zandstrand



Het lange zandstrand lag gelukkig aan onze kant, en hierover kon je lekker naar het leuke stadje lopen, om boodschappen te doen, rond te kijken in het door het verblijf van Columbus op Porto Santo beheerste oude gedeelte van de stad. Aan het einde van ons verblijf hier hebben we nog het begin van een 3daags feest, het feest van het eiland meegemaakt. In de ochtend kwam al de Pinta, een van de 3 schepen van Columbus, vlak bij ons langszij in de havenkom liggen. In de avond begon het feest met de aankomst van de Pinta, onder zeil, maar wel varend op de motor, aan bij het strand van de stad. Met roeibootjes werd Columbus en zijn bemanning van het schip gehaald. En het hele verhaal van Columbus werd daarna nagespeeld op het strand. 
Columbus komt met de Pinta aan bij het strand














Compleet met zijn huwelijk met de dochter van een notabele van het eiland, ingewijd door een priester, met gezang van het Ave Maria. Het leek erop dat een heel groot deel van de bewoners van de stad hierin meespeelden, jong en oud, mooi uitgedost in kleding van die tijd. Na het gebeuren op het strand, ging het feest in de stad door, met eten, drinken en muziek, een heel bijzondere sfeer.

Met een scooter hebben we het hele eiland op een dag verkend. In vroeger tijden was het een heel begroeid eiland, maar veel bomen zijn gekapt, om er landbouwgrond van te maken,
Het eiland verkennend, met molens om het graan te vermalen


In die tijd werd Porto Santo aangedaan door schepen, die zich moesten bevoorraden voor hun zeilreizen naar het westen. Toen dit niet meer nodig was, stopte de akkerbouw. De grond hield het water niet meer vast en niets kan er meer spontaan op groeien. Porto Santo kent wel wat beboste gebieden, maar het grootste deel is kaal en droog. In de droogte van Porto Santo lag ook een kleine oase van groen: het bleek een aangelegd stukje groen te zijn, waar een privé dierentuin was aangelegd. Het was heel kleinschalig, van schildpadjes, tot een struisvogel, papegaaien, mooie bomen, veel vogeltjes, Engelse zwanen met jongen.










De bedenker van het geheel was tevens de maker en de verzorger van het geheel, een aardige man, die ook de koffie voor ons inschonk. Zijn zoon, dachten wij, zat aan het begin van het park, om de kaartjes te verkopen. We vroegen ons af of hij al dat werk van de vader later over zou kunnen/willen nemen..















Een mooi eiland, wat we niet graag hadden willen missen. Op naar de grote broer van Porto Santo, Madeira.


Van Porto Santo naar  Madeira 13 september 2019
De afstand naar Madeira was een dagtocht. We zouden in de Marina Quinto do Lorde gaan liggen, en hadden daarvoor een plekje gereserveerd. Aan het einde van een rustig dagje zeilen kwamen we in de haven aan. De marina hoorde bij een vakantieresort wat mooi tegen de berg opgebouwd was. Het seizoen liep een beetje tegen het einde. Het lag afgelegen, 5 kilometer van het stadje Canical. Canical is een vissersstadje, nog heel puur, met een grote vissersvloot van echt grote tot kleine bootjes. Er komen weinig toeristen, want het ligt wat afgelegen. De winkels die er zijn, zijn echt voor de hele regio, en de kleine kruidenierswinkels hebben echt van alles in huis. Op de dag van onze aankomst zagen we al dat hoog boven ons, op de rots een versierd huisje stond. Het bleek een Mariakapel te zijn, waarvandaan de dag daarna een processie zou beginnen. Alle vissersschepen kwamen die dag versierd aan bij de kade van de Marina om de vissers, inwoners en geestelijken aan wal te zetten. Zij moesten de lange kronkelige weg naar de Mariakapel gaan lopen, begeleid door de nodige
muziekkapellen.
De kapel van Maria, waar het allemaal begon






Van bovenaf hebben wij hen goed kunnen volgen, een heel kleurrijk gezicht. Na het ophalen van het Mariabeeld ging iedereen, langzaam afdalend, weer richting de kade, waar Maria op een van de schepen werd gezet, en heel veel processie-gangers ook aan boord gingen. Het schip leek bijna een overladen schip met vluchtelingen. Alle boten zijn richting volle zee vertrokken, om na een paar uur aan te komen in de haven van Canical.
























Het feest werd voortgezet in Canical zelf, met grote stukken vlees die op het strand gebarbecued konden worden. Maria is, denken we, stilletjes een keer terug gebracht naar haar kapel, wachtend op de volgende processie.











Madeira is in tegenstelling tot Porto Santo een heel groen eiland. En, zelfs in deze tijd, ook een eiland waar heel veel bloemen bloeien. Het is ook een vulkanisch eiland, maar waarbij in Porto Santo veel bomen zijn gekapt om akkerbouwgrond van te maken, hebben ze op Madeira het water van bovenaf van het eiland in goede banen geleid door een heel net van levada’s, minikanaaltjes, aan te leggen. Dit zijn een soort bakken, nu van steen, waar het water doorheen stroomt. Soms zijn de bakken overdekt door stenen die erop liggen (ook om te zorgen dat er geen stenen en bladeren in kunnen komen); als ze open zijn, zie je de kleine forellen erin tegen de stroom in zwemmen. Langs deze levada’s zijn van oudsher smalle paadjes, om ze aan te leggen en te onderhouden, en daarlangs hebben we een aantal mooie tochten gelopen. De levada’s waar wij gelopen hebben lagen in prachtige laurierbossen, lekker in de schaduw dus. Soms gaat de levada dwars door een berg heen, en een zaklamp was hierbij heel handig. De laatste tunnel van een route hebben we maar overgeslagen, er kwamen mensen uitgelopen die het en heel koud hadden, en helemaal nat gedrupt waren door het water wat uit de rotsen drupt . Na een klein stukje zelf testen hebben we hier maar van afgezien, we waren er niet op gekleed…




Aan het einde van de levada: surprise!
De levada wordt goed onderhouden, daar is het pad ook voor aangelegd



Een andere wandeltocht bracht ons, na veel geklim dit keer, op de hoogste top van het eiland, Pico Ruvo van waaruit we een prachtig uitzicht over het eiland hadden.
We klimmen rustig omhoog, te warm om snel te gaan
Zicht vanaf de Pico Ruvo



Op het randje van de top hebben we, genietend van het mooie uitzicht 360 graden om ons heen, onze lunch gegeten. Deze tocht was in tegenstelling tot die langs de levada’s, niet meer in de beschutting van de bomen, en de zon deed zijn werk goed, we hadden het dus lekker warm. Wolken die iets onder ons lagen waren de enige spelbreker. Maar och, als je beseft dat die wolken goed zijn voor het volhouden van de levada’s, en voor het groen houden van het eiland, dan is dat oké.
Overigens was de regenval de afgelopen tijd wel wat tegengevallen; op een dag zagen we dat volle tankauto’s het water in een levada aan het pompen waren. Dat was, hoorden we van de chauffeur, al omdat Funchal, de hoofdstad van het eiland, te weinig water had om de tomaten en bananen goed te laten groeien. De hoogvlakte waar we later terug over reden, zat compleet in de dikke wolken, en dat is heel normaal als je hier in de middag rijdt…
Als je met de auto over het eiland rijdt, zijn hier ook snelwegen, en op die snelwegen zie je meestal niet veel van de omgeving. Deze wegen hebben namelijk echt heel veel hele lange tunnels; wel heel praktisch om snel ergens te komen, maar de wat kleinere wegen hadden wel wat meer charme.
Aan de kust hebben we ook in vulkaantubes (tunnels die ontstaan zijn bij de uitbarsting van een vulkaan) gelopen. Deze zijn pas vrij laat ontdekt, en later toegankelijk gemaakt voor het publiek. Een levendige presentatie van het ontstaan van de hele eilandengroep was heel verduidelijkend. En dan hebben we natuurlijk altijd onze Thomas nog, die het in duidelijk Nederlands uit kan leggen. Maartje is tijdens haar studie ook op Madeira geweest, en had ons verteld over de zeldzame laurierduif, maar helaas zijn we die niet tegengekomen op onze tochten.
Een vulkaantube


Op 19 september ben ik (Yolanda), voor een weekje teruggevlogen naar Nederland.
Onze haven vanuit de lucht

Tijdens de terugvlucht van ongeveer 4 uur, vloog het toestel precies de route die wij gezeild hadden, en in omgekeerde volgorde zag ik Porto Santo, het vaste land van Portugal en Spanje, de oversteek naar Brest, waarbij je de eilanden Oussaint voor de kust als kleine keien zag liggen; vandaar ging de vlucht naar Engeland en zag je duidelijk Portland en Lullworth Cove, een kleine baai aan de Engelse zuidkust, waar we ons vorige vakanties al even gewaand hebben in een ver gebied. Daarna via Londen en de Engelse oostkust, Lowestoft gezien, en over de Noordzee naar  IJmuiden. 4000 km in 4 uur…..Reden van mijn bezoek was dat Maartje en Thomas een (verlaat) trouwfeest gaven op Terschelling. Als verrassing kon ik beiden de 20e in mijn armen sluiten. Phileine, hun dochtertje van 5 maanden was er natuurlijk ook bij, en dat was ook heel leuk om haar weer te kunnen zien, en uiteraard te kunnen vasthouden. En het klopt, ze is de mooiste! In die drukke week ben ik hoppend van de een naar de ander gegaan, nog een dagje met Maartje en Phileine doorgebracht, met Bob en Eva uit eten geweest ter gelegenheid van de verjaardag van Ad, de 24e…. En dit terwijl Ad die avond aan de bloemkool, aardappelen en gehakt zat. De tijd vloog voorbij. En Ad was achtergebleven op de Windsong, en heeft de hele week allemaal grote en kleine klussen aan de boot gedaan, vieze klussen (vuilwatertanks schoonmaken), spannende klussen (gat maken in de boot voor de satelliettelefoon), stukjes van het teak dek gerepareerd, en gepoetst. Een hele lijst heeft hij afgewerkt, en gelukkig ook nog tijd gehad om lekker te borrelen met de Jest en de Palatina. Bij terugkomst van mij, kon ik mijn handbagage eigenlijk niet meer tillen (gelukkig checkten ze hem in op Schiphol), zo zwaar was ie, volgepakt met en cadeautjes voor Ad, maar ook een nieuwe pomp voor het douchewater, koppelingen om onze gasfles makkelijker gevuld te krijgen in andere landen (met dank aan Bram), tandpasta, dropjes, stroopwafels (mmm), een onderdeel voor de watermaker zodat ie niet meer zou lekken. Tot nu toe moesten we het lekwater steeds opvangen in een bakje en wegspoelen, en met harde wind was dat een spannend klusje. Dat water was nog zeewater en dat wil je niet in de boot krijgen. De landing op Madeira was wel een spannende: de landingsbaan is deels gebouwd boven zee, en het ziet er wel spannend uit als je vanuit de wolken opeens lucht ziet met de landingsbaan daar vlak achter. Na zo’n week Nederlands spreken kon ik, lopend door de douane het “bon dia”, en “Obrigada” nog net naar boven halen: het bootleven kon weer verder gaan. Ad stond te wachten bij de uitgang en met de bus waren we weer in een uurtje thuis….


Op naar de Canarische eilanden, vanaf 28 september, aankomst Isla Graciosa 1 oktober 2019
We hadden een puzzeltje te maken voor onze volgende bestemming. De bedoeling was om een week later op Tenerife aan te komen, omdat Thomas, Maartje en Phileine daar een vakantie hadden geboekt, niet wetend dat ik voor hen naar Nederland zou komen voor hun trouwfeest… We hebben er voor gekozen naar Isla Graciosa te zeilen, en vandaar door naar Tenerife te gaan.
Aan het einde van de middag zijn we naar Graciosa vertrokken, om 2 nachten later in de ochtend aan te komen op het meest oostelijk gelegen eilandje, vlakbij Lanzarote. We hebben alles kunnen zeilen, maar omdat de wind van opzij kwam was het toch wel wat ruwer dan verwacht. De wind varieerde tussen de 4 en 5 Beaufort, en we konden wel goede snelheid maken.
De eerste avond, net voor het donker werd, zagen we een vrij grote schildpad langszij van de boot ons tegemoet zwemmen, een hele wonderlijke en mooie ervaring. Hij was alleen te snel weg om hem vast te leggen op de foto, maar hij staat in ons geheugen gegrift.
De zon verdwijnt langzaam, het donker duurt hier bijna 12 uur

Al snel bleek dat Bob, (de Watt&Sea, onze hydrogenerator), veel geluid maakte, hij bromde. Volgens Eva, waar we wat mee aan het appen waren, deed Bob dat wel vaker, en had hij behoefte aan een broodje pindakaas. Maar helaas dat hielp bij onze Bob niet; het geluid was te heftig om in de achterhut bij te kunnen slapen, en wat vervelender was: de accu’s werden niet goed bij geladen. Met de snelheid die we liepen zou dat zeker moeten gebeuren. Ad heeft hem nog, op het zwemplatform staand, en ik hem nog extra vasthoudend aan zijn reddingsvest, uit het water gehaald, maar niets hielp. Hij bleef brommen. We hebben wat geprobeerd wat minder stroom te verbruiken die tocht, en bij aankomst op Isla Graciosa, bleek, bij het nalopen van alle contacten, dat er een draadje los zat…. Aan onze Bob, wel te verstaan. Bij onze tocht naar Tenerife waren we ook zo blij dat en het geluid weg was, en hij het weer deed.
Ankerplek voor Isla Graciosa

Tegen de middag kwamen we aan op onze ankerplek, voor een mooi strand, een mooi glooiend vulkanisch eiland: het zag er prachtig uit. Helaas hebben we dit eiland nooit bezocht: het waaide die middag nogal stevig en ons bijbootje met beperkte motorcapaciteit zou dit tochtje niet fijn gevonden hebben, en wijzelf ook niet. De verwachting voor de komende dagen werd ook wat naar hardere winden bijgesteld, waarop we maar besloten hebben de volgende ochtend al te vertrekken naar Tenerife, om de familie op Tenerife niet te gaan missen door het slechtere weer. Wel hebben we hier nog lekker geborreld met de bemanning van de Jest en de Palatina.

Van Isla Graciosa naar Tenerife, van 2 oktober tot 3 oktober 2019
Voor vertrek worden altijd de windvoorspellingen nog eens goed bekeken, om zo veel mogelijk duidelijkheid te hebben. Maar bij deze overtocht zou weer een nieuw windfenomeen op gaan treden: we zouden in een accelaratiezone terechtkomen aan de oostkant van Tenerife: door de hoge bergen van het eiland valt de wind als het ware naar beneden, en zorgt op zee voor versnellingen van zo’n 10 knopen met de wind die er eigenlijk stond. We hebben lang zitten bedenken of dat er dan nog bij kwam, of dat het de uitschieters waren die op de verwachting vermeld waren, maar uiteindelijk hebben we het maar genomen zoals het was. Tot aan Tenerife ging het zeilen heel lekker, met een rif erin maakten we goede voortgang, ook ik raakte gewend aan het wachtlopen en had geen last van zeeziekte. We waren wel erg nieuwsgierig hoe het nou precies zou gaan, zo’n acceleratiezone. We hadden gelezen dat je voor het begint goed moet reven, en dat hadden we ook maar gedaan, ook terwijl dat nog helemaal niet nodig leek: het 2e rif in het grootzeil gezet. Langzamerhand werden de golven van achteren wat hoger, de wind trok aan, we surfden soms van de golven af: 10 knopen snelheid zag ik, wat Ad later corrigeerde in 12 knopen: van een golf af kan het snel gaan…. Het voorzeil ook maar wat ingerold, en alles ging wel goed. Ad heeft zelf ook nog lekker gestuurd. Dit keer wilde hij het niet alles aan Arie (onze stuurautomaat) overlaten ;)
In de acceleratiezone: we surfen goed de golven af


We hadden in de marina del Sur, in les Galletas, in het zuiden van Tenerife, een plaats kunnen reserveren. Na een lekker tochtje zeilen, waarbij we tevreden waren onze grenzen weer wat verlegd te hebben, konden we de Windsong weer vastleggen; dit keer met de achterzijde naar de steiger en de voorzijde aan 2 vaste lijnen in het water. De ligplaats was niet top: we lagen naast een dikke,  verlaten, motorboot, die wel wat zag in onze Windsong: het contact tussen hen tweeën probeerden wij echter te voorkomen met dikke fenders. Ook een steigerpaal, waarmee de steiger omhoog en omlaag kon met het getij mee, lag gevaarlijk dicht bij onze achterkant. Ook weer fenders… En toen, we hadden de boel wat opgeruimd, kwam opeens Maartje met Phileine over de steiger aangelopen: verrassing!
Thomas, Maartje en onze kleine Phileine

We hebben lekker aan boord gezeten, wat gedronken, gegeten. Thomas is met Ad mee gegaan naar het havenkantoor, om al het papierwerk te regelen. Makkelijk dat hij zo goed Spaans heeft geleerd in Bolivia. Maar over de havenmeester of hoe noem je het als het een vrouw is, havenmeesteres of havenbaas, was hij duidelijk: wat een kreng. En die reputatie heeft ze helaas maar al te waar gemaakt. Ze heeft een onderdeel wat we hadden besteld op Cran Canaria, niet geaccepteerd, omdat ze niet daarvoor wilde tekenen. Dit alles terwijl ze tegen ons had gezegd: no problemo
: nee, me hoela. Het pakje is dus weer netjes met de ferry teruggegaan naar Las Palmas, en 2 dagen later alsnog bij ons afgeleverd. Gelukkig is dit de zo bekende uitzondering op de regel. We maken eigenlijk alleen maar fijne Marina’s mee, soms wat dure, maar ach. Met zijn 5en hebben we die avond aan de boulevard lekker gegeten, en daar hebben we voor het eerst kennis gemaakt met: de kakkerlak. Eigenlijk hadden we er al eens een eerder gezien in Madeira, maar toen hebben we het maar gehouden op een kever, maar dit was er dus echt een. Aan boord hebben we meteen strenge maatregelen genomen: geen buitenschoenen meer binnen, en in een supermarkt vonden we een spuitbus tegen kakkerlakken, en ook om een eventuele muizen of ratteninvasie tegen te kunnen gaan: we moeten er maar niet te veel aan denken. Onze onschuld was vanaf die tijd over, en bij lopen of ergens zitten, letten we tegenwoordig altijd op de grond.

Haven Marina Del Sur Tenerife


Op Tenerife zijn we nog iets meer verloren, namelijk onze portemonnee, met uiteraard pasjes, creditcard en rijbewijs van Ad erin. En waar: nou, op het kleine stukje van de doorgang naar de steiger tot aan de boot: ofwel hij ligt in het water (gevallen), of wel hij ligt ons ergens aan te kijken vanuit de boot, maar we hebben echt alles overhoop gehaald ( wat soms ook weer heel handig is), of wel hij is op de kuiptafel blijven liggen en iemand heeft hem meegenomen (onwaarschijnlijk, maar het kan). Heel vervelend allemaal, we moesten aangifte doen in Los Christianos, en dat was ver met de bus, we reden door een heel toeristisch deel van Tenerife, en de politieagent van het bureau die ons moest vertellen wat te doen, was waarschijnlijk niet zo blij met zijn baan, ofwel de echtgenoot van de havenmeesteres (bedenk ik me nu), niet echt aardig, maar ja, je wil er geen ruzie mee maken. Thomas en Maartje pikten ons op bij het politiebureau en we hebben gezellig in hun vakantiehuis (in het binnenland, mooi verbouwd, grenzend aan een natuurgebied) gezwommen, waarbij Phileine het nog wat koud vond, maar bij haar mamma steeds wat meer water goed vond, en lekker gebarbecued. Zo konden we de dag weer heel mooi afsluiten! De vulkaan de Teide, hebben we met elkaar per auto bezocht; we zijn niet helemaal op de top geweest, die dit keer niet in de wolken lag, maar van iets lager was het al heel spectaculair. De vlakte daaronder met alle lavastromen was spectaculair mooi om doorheen te rijden. Phileine gedroeg zich voorbeeldig, was super nieuwsgierig naar alles wat er gebeurde, en liet het zich allemaal lekker aanleunen.
De vlakte onder de Teide

Een echt enorm grote vlakte, waar met heel veel geweld dit ooit gevormd is

Soms blijven er grillige rotsen over














Later die week hebben we met de creditcard van Thomas zelf ook een auto kunnen huren, en zo het eiland nog wat verder kunnen verkennen. Vanaf nu zou ik de auto’s op onze reis gaan uittesten, want een rijbewijs moet Ad echt persoonlijk in Nederland regelen. Het noorden van Tenerife is in tegenstelling tot het zuiden, erg groen, en mooi om doorheen te rijden. De wolken kwamen hier lekker hoog, en dat maakte het zelfs een beetje koud bij het uitstappen. De auto hadden we nog om een andere reden gehuurd, namelijk om de boot te provianderen voor de oversteek naar de Kaap Verden, en daarna door naar de andere kant van de Oceaan. Op Tenerife had je daar goede winkels voor, alleen wel alleen bereikbaar per auto, Zo hebben we de Ikea, hier alleen een soort afhaalpunt van de dingen die je daar een dag daarvoor moet bestellen, de Decathlon bezocht, de Lidl voor boodschappen, nog een andere supermarkt voor mogelijk wat andere producten, en we hebben hier ons goed kunnen bevoorraden.
Zonder bijschrift......
















Een echt zwart zandstrand



Wat ook nieuw op Tenerife was, was het strand, waar het zand niet meer zo vertrouwd wit maar zwart was. We hebben ons er uiteindelijk maar bij neergelegd, dat vulkanen nu eenmaal voor zwarte stranden zorgen, en hebben lekker gezwommen in de warme zee, en gelegen op het strand, op de handdoeken, die verrassend voor mij, niet vies werden van het zwarte zand.
In de Marina lagen we naast de Nederlandse boot Saline van Marjolein en Jan-Paul, we volgden elkaar al een tijdje, en dan is het ook heel leuk om elkaar ook tegen te komen. Net als wij zouden zij ook naar Gambia gaan, om daar een stuk de rivier op te varen om het binnenland goed te kunnen zien. We zouden deze tocht samen gaan doen, en dat leek ons beiden ook heel leuk. Totdat er langzaam bij ons door druppelde dat onze verzekeraar daar wel problemen mee had: we zouden niet verzekerd zijn op de binnenwateren van Gambia, en daarmee was onze voorbereiding hiervoor tevergeefs geweest. Echt heel jammer, maar ja, dat risico wilden we niet nemen.
Wij gaan dan maar door naar het volgende Canarische eiland, La Gomera, ook niet echt een straf!