zaterdag 23 augustus 2014



Reisverslag  2014, Isles of Scilly, Wight en de Kanaaleilanden.

Zondag 20 juli, 2014. Het is mooi weer, een lichte noordelijke wind en redelijk gunstig tij om vanuit Den Oever het Marsdiep uit te gaan de Noordzee op. De windvoorspellingen voor de komende periode zijn gunstig om richting de Scillys te gaan. Met de tanks afgetanked en voldoende proviand om het een aantal dagen op zee uit te zingen, verlaten we opgetogen onze thuishaven. De sluisdeuren staan open en we kunnen er gelijk doorheen. Omdat op het Wad de wind nog tamelijk zwak is varen we op de motor tot voorbij Den Helder.
Eenmaal op het Schulpengat kan de motor uit, we zeilen weer lekker op zee met een mooie tocht voor de boeg.
Als ik het logboek weer bijwerk kijk ik de accu-conditiemeter. Tot mijn schrik zie ik dat ondanks het varen op de motor de accucapaciteit heeft afgenomen. We starten de motor weer en zien dat er dus niet bijgeladen wordt! Wat nu te doen, zo kunnen we geen meerdaagse tocht maken. We blijven wat dichter onder de kust varen en ik bel Arjan de Boer, gelukkig neemt hij op. Naar wat tips en metingen komen we tot de conclusie dat er een relais niet werkt en dat hij die de volgende dag in IJmuiden kan komen vervangen.
Wij wijken dus uit naar IJmuiden en Arjan komt de volgende ochtend het relais vervangen. Alles werkt nu weer, wat een geweldige service van Arjan en de Winner werf.
Nu kunnen we alsnog uitvaren. De reis verloopt lekker, het weer is fantastisch, soms valt wel de wind weg maar dan kunnen we wel de accu’s weer wat bijladen en zelfs een verfrissende douche pakken.
 


We komen weer lekker in ons ritme en zo zien we de hele Engelse zuidkust aan ons voorbijtrekken. Wight laten we dit keer aan stuurboord, in de nacht varen we daar voorbij, het is wel wat druk met grote scheepvaart die dan plotseling een bocht maken om op de Solent te komen. De volgende dag wordt de rust ‘verstoord’ door een groep dolfijnen die voorbij trekken, een paar brutale apen melden zich bij ons ter hoogte van de kuip. Wij pakken onze camera en lopen naar het voordek en zien ze in onze boeggolf spelen, hier hadden we al lang naar uitgezien en het is werkelijk fantastisch om ze zo van dichtbij te zien naast en onder de boot. Je kunt ze zelfs in de ogen kijken! Als de voorstelling voorbij is gaan we wat eten en met een prachtige zonsondergang de nacht weer in. Deze dag kan niet meer stuk! De volgende dag willen we Falmouth inlopen en omdat we dat bij daglicht willen doen moeten we wat snelheid inhouden. Om 8.30 uur maken we vast aan een mooring, en ondanks dat we drie dagen doorgevaren hebben zijn we goed fit om de hele dag hier rond te kijken en nog wat kaarten, en pilots van de Scillys te kopen. Lokaal heb je dan toch de meeste keuze, bovendien zijn de locals het best geïnformeerd en krijgen we nog wat tips mee over mooie ankerplekken.
De volgende ochtend gaan we dus weer op pad naar de Scillys, wat in een dagtocht te bezeilen is. Heel langzaam gaan we nu al een beetje de oceaan op en eenmaal voorbij Wolfsrock, de vuurtoren op een venijnige rots,  zien we de eilanden liggen. Hier hebben we al vele jaren naar uitgekeken. Door de noordelijke wind kunnen we ankeren in Port Cressa, de zuidelijke baai van St Mary’s. We kunnen achteraan aansluiten in de baai, waardoor we een fantastisch uitzicht hebben over de oceaan met ons wijntje en kaasje.

 Voor anker bij St Mary's op the Isles of Scillie, met de oceaan op de achtergrond.
 


Dolfijnen bij de boot bij Portland!


Opmerklijke rotsen op St Mary's




Voor anker bij Treso

Voor anker op St Agnes

Naast ons ligt Warber van Anje Valk zij gaat de volgende dag al terug, maar heeft nog wat goede tips. De volgende dagen varen we rond de eilanden en doen vele baaien met mooie ankerplekken aan. We maken even zo mooie wandelingen op deze subtropische eilanden met een prachtige vegetatie en bijzondere rotsformaties. Op het eiland Tresco bezoeken we de prachtige Abbey Gardens met tropische planten en bomen vanuit de hele wereld.
De eilanden zijn wel allemaal wat dicht bij elkaar en we kunnen de verleiding niet weerstaan een stukje de oceaan op te varen tot voorbij de beroemde Bishops Rock, hopend op dolfijnen. We zien in de verte wel weer een groep voorbij springen maar helaas komen ze niet bij de boot.
Na een korte week liggen we voor anker in de baai bij St Agnes, hier willen we nog een dag blijven alvorens we terug gaan naar Falmouth. Het is wat krap in de baai, naast ons ligt een Franse boot hij wil het anker lichten en uitvaren, maar het anker zit vast. De schipper doet een duikpak aan en duikt naar het anker, het blijkt achter een elektriciteitskabel vast te zitten. Omdat wij moeten verleggen en geen zin hebben in ook zo’n actie besluiten wij ook maar te vertrekken, per slot gaat het weer gaat toch omslaan. We houden nog wat te goed om een volgende keer te bezoeken. We zeilen weer terug naar Falmouth, gewoon omdat we die leuke havenplaats niet kunnen en willen weerstaan. Het is een overtocht met redelijk veel wind, maar vooral met veel regen. Drijfnat komen we s ‘avonds weer aan in Falmouth, bijna aan onze “eigen” mooring, maar de volgende dag is het toch weer mooi weer, en we kunnen een mooie wandeling langs de rivier, via Penryn, door en droge bedding, naar Flushing (juist ja, de vestigingssplek van nederlanders).

Terug in Falmouth wandelen bij laag water langs de rivier.
De volgende dag willen we door naar Lezardrieux/Bretagne, en om hier bij daglicht en gunstig tij aan te komen vertrekken we pas in die middag. Na een mooie overtocht komen we de volgende ochtend aan bij het aanlooppunt van de rivier naar Lezardrieux maar om een of andere reden trekt het ons niet. We raadplegen de kaart en de stroomkaarten en besluiten door te gaan naar de Kanaaleilanden, waar we in de loop van de middag aankomen. We roepen de havenmeester van Guernsey op. We zouden nog geruime tijd moeten wachten om naar  binnen te kunnen over de drempel, die voor de haveningang ligt. Het blijkt daarnaast erg druk te zijn, en er was geen directe ligplaats voor een boot met onze diepgang. Plannen dan maar veranderd: we zien we een prachtig ankerbaaitje, met mooi zandstrand, bij het eiland Herm.  De keuze is snel gemaakt, en even later wandelen we over dit leuke rustieke eilandje, en als  ‘s avonds de strandgasten verdwenen zijn met de laatste motorboot,  hebben we uitzicht over een prachtig, bijna Caraibisch aandoend, ankerbaaitje.
Vervolgens ankeren we de volgende dag nog even bij Sark, waar het erg druk is,  en na de lunch halen we ons anker weer op, hijsen de zeilen, vertrekken richting Alderney, ook altijd weer leuk. We zeilen dit keer dicht langs Les Etac, waar duizenden Jan van Genten hun nesten hebben, het is er lawaaiig en het stinkt er enorm maar het is wel indrukwekkend.

Vervolgens door naar Bretagne


Bij nader inzien leek Lezaridieux toch noiet zo aantrekkelijk en zijn we maar door gevaren naar de Kanaaleilanden en hebben we een mooie ankerplek bij het eiland Herm gevonden


ankerplek Herm

Ankerplek Herm
Ook weer ons favoriete ankerplek bij Alderney aangedaan.

Jan van Genten op de rots bij Alderney
We zijn inmiddels twee en een halve week onderweg en moeten een planning maken voor de terugreis. We besluiten weer over te steken naar Yarmouth op Wight. De oversteek is prachtig ;vele Jan van Genten vliegen langs en over de boot heen, wat een indrukwekkende vogels zijn het toch. In de loop van de middag worden we met het tij mee de Solent in getrokken, het is toch weer bijzonder zo langs de shingles-banken te varen, het water is er altijd onrustig als het hard stroomt. Je moet hier goed sturen, de stroom verzet je al snel, je moet goed sturen om binnen de boeien te blijven. Sinds ons vertrek is dit de eerste keer dat we weer aan een steiger liggen ,wat dan wel weer comfortabel is: na het eten in de pub hoeven we niet terug naar de boot te roeien! We liggen opgestapeld naast een fransman, die uitgebreid onze boot bewonderde (en ook veel van Winners wist) en worden ‘s avonds gestoord door boten die langszij komen, dat dan weer wel!


Vervolgens op de weg terug naar Wight
De volgende dag maken we een bustocht naar St Catharines point van waar we een ‘coastal walk’ maken naar Ventnor, ook zo’n onbekende parel op Wight. Omdat het laag ligt in de luwte van de noordelijke winden, is het ook hier subtropisch van karakter, dus een mooie vegetatie. Het gebied heet under-cliff. Omdat het hier ook tamelijk rustig is, vind je hier ook vele mooie landhuizen. Helaas gaat het weer nu echt omslaan, dus komen we drijfnat terug op de boot, terwijl de bushalte naast de haven is…
Bovendien: er is zwaar weer op til (8-9 bft) en we besluiten alvast richting Brighton te gaan., in de wetenschap dat we hier wel een aantal dagen zullen moeten blijven liggen. Ook hier liggen we gestapeld; door bouw-werkzaamheden naast de haven is de haven wat aan het verzanden waardoor we vooraan moeten blijven. Die avond gaat het nog goed wat betreft de wind, maar de volgende dag steekt de wind pas echt op, het gaat er zo tekeer dat we die dag op de boot blijven, om alles in de gaten te houden, bijbootje weghalen, zeilen goed vast, huik vastzetten, veel fenders, lijnen naar  buurboot verstevigen, etc
 


Die avond zitten wij ‘rustig’ een boek te lezen, plotseling worden we door een flinke klap opgeschrikt. Er kwam nog een boot de haven binnen, de schipper houdt het niet meer onder controle, zijn bemanning was angstig, en dreunt met hare klap met zijn 46ft-er tegen onze boot, we houden er een flinke diepe kras aan over. Als hij twee dagen later wegvaart, gaat het ook niet vlekkeloos. De achterkant van zijn bijboot die in de davits hangt speelt gitaar met onze scepters als hij in een grote bocht met aanlandige wind bij ons weg probeert te draaien. Deze acties hadden voorkomen kunnen worden, je vraagt je vaak af waarom sommige schippers niet wat meer aandacht steken aan het manoeuvreren op de motor! Wij hebben nu weer schade aan onze mooie boot.
Na drie dagen in Brighton ( en wandelingen naar de pier, langs de kliffen, in het oude stadshart van Brighton) is de wind wat afgezwakt naar 20-25 kn, en besluiten wij in een ruk terug te gaan naar IJmuiden. Jammer van  Eastbourne en de Paulusweken in Oostende (bewaren we voor een volgende keer…).
Met de vaart van een sneltrein (en toch is het met onze Windsong) gaan we weer voorbij de Engelse kust, de wind komt recht van achteren, waardoor we afkruisen, omdat het nogal smal is bij Dover, druk met de veerdiensten, en voor we het weten zitten we in de TSS vaarroute. We willen liever geen boete oplopen, en maken een manoeuvre rechtsomkeert terug naar de kust. Een bevriende schipper die ons thuis volgt op de AIS-site, ziet deze actie en stuurt een SMS “Waar ben je mee bezig, is er iets mis.” Je hebt ook nergens rust meer!
Er volgen nog wat buien en mooie regenbogen. Ook de stroom hebben we vanuit Brighton al mee, pas voorbij Margate gaat die kenteren, maar inmiddels hebben we al een flinke afstand afgelegd, en na een eenvoudige maaltijd gaan we de nacht in. Het blijft flink doorwaaien en in het donker lijkt het net alsof je tweemaal zo hard gaat, maar de boot blijft heerlijk comfortabel en de stuurautomaat doet het fantastisch.







In de loop van de volgende dag met IJmuiden in zicht valt de wind weg dus het laatste stukje gaat dan de motor weer bij en aan het eind van de middag lopen we de haven binnen. Ik reken uit dat we op dit traject een gemiddelde snelheid hebben gehaald van 7.3 kn! Wat een fantastisch schip is het toch!




Nog even scones op volle zee!!

De volgende dag maken we de gebruikelijke tocht naar Den Oever en met het laatste stukje stroom tegen lopen we tegen het eind van de middag onze thuishaven weer binnen. Uiteraard wordt deze prachtige reis weer afgesloten in ons favoriete restaurant De Dikke Bries, het was er nog lang gezellig!