donderdag 25 juli 2019


Van Dartmouth (Engeland) weer naar Frankrijk.
Het is nu woensdagochtend 12 juni, en we vertrekken van Dartmouth, Engeland, naar Brest in Frankrijk, waar het niet goed werkende onderdeel van de saildrive voor de motor vervangen gaat worden. We hebben een kleine week in Dartmouth aan een pontoon gelegen, waarbij we afwisselend met het bijbootje, of met de watertaxi naar de kant konden. Mooie wandelingen langs de rivier gemaakt, soms wreed verstoord door een felle regenbui, maar gelukkig konden we toen weer terug met een ferry. Op de foto’s (vorige blog) huizen langs de rivier, en uiteraard onze mooie Windsong is ook vaak op de foto gegaan. Per slot moet je goed zorgen voor iets wat je steeds een stukje verder de wereld in brengt…. Blij verrast waren we ook dat we in Dartmouth de nieuwste versie van de pilot Spaanse en Portugese kusten konden vinden, en alvast zo een voorproefje konden nemen op het volgende stuk van de reis.

Brest: aankomst donderdag 13 juni
Vanuit Dartmouth was het ruim een dag en nacht varen. Het eerste stuk was er geen wind, maar in de loop van de avond kon het zeil erbij. In de ochtend kwamen we bij de Franse kust, waarbij we besloten hadden om ten westen van Ile d’Ouissant heen te varen, een langere route, maar binnendoor zou de navigatie lastiger zijn, de stroming harder, en bovenal de benaming van dat stuk zee, Chenal de la Helle, sprak ons wat minder aan. Op de kaart zie je dan ook rotsen als puntjes staan, en die moet je allemaal vermijden. De wind draaide in dat gebied wat tegen en nam toe, en de koers om te zeilen was wat minder prettig, maar het uitzicht maakte veel goed: een mooi eiland, veel rotsen, en de route naar de kust was gewoon de hele rij rotsen afvaren.
Rotsen voor Brest

Rade De Brest


Brest lag heel beschut, in een groot en mooi zeilgebied, de Rade de Brest. Hierin wordt heel fanatiek de watersport beoefend door hele schoolklassen tegelijk. Wat bij ons het schoolzwemmen is, lijkt daar de watersport te zijn: kanoën, windsurfen, Suppen, zeilen in Optimistjes, Lasers, catamarans in alle soorten en maten. Bij onze Marina was het centrum die het organiseerde hiervoor, dus wij zaten eerste rang, en dat was echt heel leuk. Onder alle weersomstandigheden gingen ze gewoon naar buiten, het water op, mogelijk met het idee: zo kweken we mensen die de Vendee Globe kunnen winnen….

In Brest kon Bruno, de reparateur van de motor, ons vertellen dat het onderdeel nog niet was aangekomen. En dan denk je, die Fransen zijn wat traag, maar nee hoor, dat onderdeel moest uit Almere komen, en dan opgestuurd naar een dealer in Frankrijk, en dan kon het naar Bruno toe. Wachten dus, en in de tussentijd veel gedaan en gezien van de omgeving van Brest. Dat begon al      ’s ochtends met het eerste loopje naar de super “boulangerie Paul”, voor uiteraard de, superlekkere, croisssants en de chaussons aux pommes. Deze calorieën moesten er dan wel weer afgelopen worden, en het kwam dus goed uit dat de supermarkt op 20 minuten bergop lopen lag, de stad Brest op 1 uur lopen, het volgende vakantiedorpje ook zoiets. We hebben veel gezien daar.

Op een gegeven moment hebben we een ware aanval op ons weerstaan, en wel van de kleine stern. Zij, waarschijnlijk een vrouwtje, zat op de stenen steiger, schuin tegenover de Windsong, ze deed niet zo veel, behalve veel krijsen als je in de buurt kwam, en toevallig lagen wij daar…. Wegvliegen, richting ons, en daarna weer terug op het beton… Ze bleek dus een ei te hebben gelegd, zoals op de foto voor de goede kijker te zien is. Rare gewoonte om je ei zomaar ergens neer te leggen, maar op de haven waren er zo al veel eieren gelegd, en evenzoveel gekrijs en aanvallen als er iemand in de buurt kwam.
Stern beschermt haar ei.

Woensdagavond was het plan te vertrekken voor de oversteek van de golf van Biskaje: de cone van de saildrive werd vervangen, en bij het testen deed ie het weer op commando, precies zoals het hoort!
Boot in orde aan gemaakt voor doorzeilen ’s nachts, slingerzeiltjes opgehangen, boodschappen gedaan om voor 3 dagen (makkelijk) eten bij ons te hebben, bolognesesaus aan het maken, soepje, en dan komt ook de douane nog even langs… Ze vonden het wel lekker ruiken…. Het was een gewone douane controle, met check van alle papieren, paspoorten, reisdoel etc. Alles was die dag al met al een beetje druk geworden, en daarom hebben we maar besloten de volgende avond te vertrekken… Beter goed uitgerust dan gehaast vertrekken.

Van Brest naar La Coruña in Spanje!

De eerste mijlpaal, en dat was dan nog maar een kleintje! We zouden in de avond vertrekken, er al met al 3 nachten overdoen, om dan vroeg in de ochtend aan te komen in de Marina van A Coruña. Maar: schattingen pakken nooit goed uit, en het weer houdt zich ook niet altijd aan de verwachtingen, is wel weer gebleken, om met de meteoroloog Henk Huizinga te spreken.
De tocht is helemaal goed gegaan, aanvankelijk hebben we nog wel gezeild, in de zon. In de loop van de nacht nam de wind af, en moest de motor erbij gezet worden ( deed het wel meteen goed J), de hele dag stralend weer gehad, maar geen wind te bekennen. Dit in tegenstelling tot dolfijnen: die hebben we echt heel veel gezien, je zag ze al van een afstandje aankomen (door het gladde water waren ze goed te herkennen), en meestal gingen ze dan langs het schip naar voren om daar een tijdje bij de boeg te blijven springen, duiken, vaak simultaan. Echt een prachtig gezicht, iedere keer weer!
Aan het begin van de avond trok de wind weer aan, en nam steeds meer in kracht toe vanuit het oosten, met als gevolg een hele wilde zee, swell uit het westen en wind uit het oosten: kortom niet leuk: Ad heeft veel gestuurd, om de boot wat mooier door de zee te sturen en Yolanda heeft vooral de zeekooi goed uitgetest, en bevestigt dat het nuttig is een beslagkom aan boord te hebben. De 2e dag op zee werd het allemaal weer wat kalmer, het Spaanse gastenvlaggetje kon de Franse opvolgen en ’s avonds hadden we een Spaanse radiozender gevonden! Bij het naderen van de Spaanse kust werd het zeilen echt heerlijk, vlak water…. Lekkere wind, en kruisend hebben we toen de ria (baai) bereikt waar La Coruña in ligt.  In de haven lagen zeilboten uit diverse landen, precies zoals we het verwacht hadden. 

Zondag 23 juni, aankomst la Coruna.
De haven van la Coruña ligt middenin de stad, en die stad bleek heel erg leuk te zijn! We zijn uiteraard snel de stad gaan verkennen, en op het strand van de baai aan de andere kant van de stad, was het echt heel druk. Allemaal mensen hadden hun eigen vierkante plekje strand afgebakend met rood-witte linten. Het leek ongeveer hetzelfde als de kuilen bij ons op het strand. Overal stonden kleine piramides van hout op, en ergens verderop stond zelfs een lange rij mensen te wachten op een pakketje hout… Toen maar eens in ons beste Spaans geprobeerd te vragen wat dit was aan een jongen die met wat hout liep te zeulen: St Juan, een feest, een christelijk feest, gekoppeld aan de langste dag.  bleef het verder heel druk, en overal op straat werden sardientjes gebarbecued en Estrella Galicia, het bier van  Galicië, gedronken.



’s Avonds zijn we teruggegaan naar het strand en het werd daar al snel superdruk: de brandstapels op het hele strand, opvolgend, werden in brand gestoken. Het stukje waar wij zicht op hadden vanaf de boulevard, was aan de beurt tegen 12 uur, tegelijk met een werkelijk schitterend vuurwerk. Bij deze traditie hoorde ook dat mensen over het vuur gaan springen….In de stad
De volgende dag stuitten we op het begin van een processie, iedereen stond zich klaar te maken voor de tocht, moeders zorgden nog even snel dat de hoofddeksels van hun dochters helemaal tiptop waren. Zij wilden graag op de foto poseren, trots op hun mooie kleding!
In deze stad zijn verder bijzonder veel mode winkels, Zara komt er vandaan, en het paradepaardje van Zara staat dus in la Coruña. Naast modewinkels, zijn ook de restaurantjes, cafés hier goed vertegenwoordigd. De menukaart is wat lastig te lezen, zeker als je  net nieuw in Spanje bent, maar “pulpa” is inktvis en dat wordt hier heel veel gegeten, naast allerlei ander soorten vis. De eerste avond hebben we ons maar aan gamba’s verlekkerd, in een restaurantje waar ze ook foto’s hadden van wat je bestelde, toch handig! En lekker! Onze familie-app is daarna omgedoopt in “de Gamba’s”.
Het laten vullen van onze gasfles is hier ook gelukt! Met de fles in de rugzak, met de bus mee, naar een plek buiten de stad. We zaten tegenover 2 dames, die ons precies konden “vertellen” waar we eruit moesten. 2 Andere vrouwen achter ons begonnen zich ook in het “gesprek” te mengen: een halte later moesten we uitstappen. Vervolgens hebben we een uur daar rondgelopen, het aan diverse mensen gevraagd, die ons alle hoeken van dat gebied hebben laten zien, (en Ad dus met die gelukkig nog lege gasfles op de rug). Uiteindelijk wist de kapper het ons te vertellen, schuin tegen over hem, bij die bushalte…..We hadden beter het eerste advies kunnen opvolgen wat betreft het uitstappen, maar de gasfles werd gevuld, en wij waren weer helemaal gelukkig. In zowel Engeland als Frankrijk was het niet mogelijk de fles te laten vullen, hopelijk hebben we de volgende keer als hij leeg is, het geluk dat dit wel snel lukt. Als reserve hebben we een Campingaz fles mee, die we zo veel mogelijk sparen, om ons in tijden van nood uit de brand te helpen…


Santiago de Compostella hebben we bezocht, niet lopend, maar met een snelle trein waren we er in een half uurtje, nadat we eerst een uur naar het station hadden gelopen. Op de heenweg hiernaar toe kwamen we, hoe is het mogelijk, een bekende dame tegen. De dame van de bus met de gasfles! Dat was een hele leuke en hartelijke stop even, alsof je een oude vriend terug ziet, heel leuk.
De kathedraal van Santiago de Compostella wordt op dit moment, en waarschijnlijk de komende jaren, gerestaureerd, en dat betekent dat er heel veel lawaai is, alles bijna uit de kerk gehaald is aan bezienswaardigheden, behalve de resten van de apostel Jacobus de Meerdere. Er wordt overigens sterk aan getwijfeld of er iets van resten ligt, maar in ieder geval  trekt dat wel mensen. Het hoofdaltaar is deels wel te zien, en kent heel veel pracht en praal. We konden achter dit altaar langslopen en zo het hoofd van het beeld van de heilige Jacobus aanraken, wat veel mensen ook deden.

 


Het plein voor de kathedraal, met een hele mooie aanblik, was bijzonder groots, heel sober gehouden, en naast een aantal toeristen treintjes, gelukkig geen stalletjes daarop. Wel heel veel mensen, voor wie dit plein het einde van hun al dan niet lange tocht is. Ze kwamen van allerlei nationaliteiten lopend, fietsend, enkelen in een rolstoel. Langs het plein zaten mensen, schoenen uit, foto’s makend, elkaar sprekend. Na wandelingen door het stadje, wat mooi, en heel toeristisch was, zijn we een aantal keren teruggegaan om even op het plein te blijven zitten, genietend van de atmosfeer.









La Coruña heeft een heel leuke binnenstad, en daarnaast ook een “oude stad”, en dat was ook heel bijzonder om in rond te lopen, het is alsof je op de Zaanse Schans loopt, maar dan zonder toeristen; een klooster waar in de kapel gebeden en mooi gezongen werd, afgeschermd van het openbare gedeelte, door de (jonge) nonnen, en waar 24 uur per dag door hen gebeden wordt. Het is ook opvallend dat de kerken hier gevuld zijn met mensen die komen om te bidden. Als toeschouwer kun je dan alleen maar heel stil zijn.

Geen dank, de nada
Na 5 dagen in de Marina werd het wel tijd om voor anker te gaan. De havengelden in Spanje zijn, in tegenstelling tot de boodschappen, uit eten gaan, aan de hoge kant, en tegenover de stad, ligt 2 mijl verderop de mooie beschutte baai van Mera.
In de avond hebben we meteen kennis gemaakt met het harde regime wat roeiers daar ondergaan. Een boot met 13 roeiers kwam steeds langs bij ons, een boei rondend, en dan verder weer opgezweept worden in het tempo: uno, dos, tres, etc om maar te zorgen dat ze mooi gelijk en snel gingen. De volgende dag bleek er een roeiwedstrijd tussen 11 van die boten, uit aangrenzende ria’s, te zijn: of we maar even wilden verplaatsen, want we zouden anders middenin het wedstrijdveld liggen…

Wij dus ankerop, om het verderop weer te laten zakken, ankerbal er dit keer bij gedaan( ter lokalisatie waar je anker precies ligt), maar dit liep niet helemaal zoals gepland.. Ad vroeg de motor wat in zijn achteruit te zetten, maar die deed dus helemaal niets meer… de lijn van de ankerbal had zich netjes verstopt in de schroef…. De boot had duidelijk niet goed stil gelegen…

En dat was dan meteen Ad zijn eerste zwembeurt: geen aarzelen duikpak snel aan, horloge en bril af. Duikbril erbij en Ad onder de boot. Bijkomend nadeel was dat het anker niet goed gepakt had, waarschijnlijk door stenen, en we langzaam maar zeker richting de rotsen dreven. Gelukkig kwam de rib van de roei-organisatie ons te hulp door met hun boot de Windsong tegen te duwen. Pfff, Ad kreeg met een paar keer duiken de smaak te pakken en met het duikmes kon hij de lijn vrij maken uit de schroef: de motor startte weer, en we konden, onder Gracias, muchas gracias zeggend, afscheid nemen van onze KNRM’ers in Spanje: De nada, buenes dias (geen dank, fijne dag)  En wij waren superblij dat dit zo goed afgelopen was…. ’s Avonds hebben we zo gehoopt dat de roeiploeg van Mera zou winnen, maar helaas eindigeden onze kanjers in de middenmoot.



Wat doe je nu zoal in een ankerbaai:
-Eigenlijk lekker rustig aan gedaan, dinghy klaargemaakt, eens naar de kant gegaan, op de motor, aanleggend aan een strandje, waar je dan meteen wordt weggestuurd door de strandwacht: het was niet zo’n mooie dag, er lag geen mens op het strand, maar bootjes mochten niet… We zijn toen een stuk verderop gegaan, golven trotserend door Yolanda, omdat voorin het meeste water overkomt, als het komt… Fototoestel, telefoons zijn vanaf die tijd altijd goed weggestopt in ons hele handig waterdichte zakje.
-Op de koffie bij een Nederlandse buurboot, heel gezellig, we hadden Rob en Jacqueline als eens gesproken op een vertrekkersdag in 2017, en hun hun boot bewonderd, met wasmachine…
-Op zoek naar een winkel voor verse groenten: wat zijn we in Nederland hier toch mee verwend, maar toen die openging, vaak pas om 4 uur in de middag, toch onze slag weer kunnen slaan. Aan groente moet je hier gewoon eten wat ze hier aanbieden, en mijn fantasie bij het koken maar gebruiken.
-La Coruña was goed te bereiken per bus, en daar hebben we nog een keer een nieuwe lijn moeten kopen voor ons bijna compleet doorgeschavielde lijn (= doorgesleten)  om het voorzeil in te rollen: in de ankerbak hadden we nog wat fenders opgeruimd, en dat is waarschijnlijk hier de oorzaak van geweest: al doende leert men….

Ria de Camariñas, van 4 juli tot 7 juli
Na een aantal dagen ankeren, ging het zeilen wel weer lonken, en besloten we naar een volgende ria te zeilen: de wind zou uit de goede richting komen, en van goede sterkte zijn: Camariñas. De werkelijkheid was: eerst op de motor, toen een stukje gezeild en door het steeds verder draaien van de wind (uiteraard de verkeerde kant op) motor-zeilend de Ria de Camariñas in gekomen. Maar de ria was supermooi, en aan het einde hebben we het anker uitgegooid. Camariñas staat bekend om zijn kantklossen: overal winkeltjes ermee, en zelfs een museum, wat we maar overgeslagen hebben. We hebben hier een mooi wandeltocht gemaakt, wel een beetje warm, langs en over de rotsen van de Atlantische Oceaan.
In de zondagochtend van 7 juli het anker weer opgehaald, er zat een flinke baard van zeewier aan, en rustig aan de ria uitgevaren op zeil. Een visser onderweg, in een klein wiebelig bootje, liet ons trots zijn vangst zien, een vrij grote vis, die het einde van de ria dus niet gehaald heeft… We zetten koers naar het zuiden, en de wind was echt heel fijn, precies zoals het hoort, kwam de wind vanuit het noordoosten, voor ons dus van achteren. Het weer bleef het helder, gelukkig geen mistbanken, die we de dagen daarvoor best wel veel de ria in zagen komen. Vrij ruim, vanwege de stroming, passeerden we de Cabo Finisterra (zie foto), het meest westelijke puntje van Spanje, terwijl we toch steeds "goed" zicht hadden op de kustlijn, veel stranden, rotsen en vuurtorens. In het water bleef het bij ons rustig wat betreft dolfijnen, later hoorden we dat mensen hier orca’s hebben gezien…

Aan het einde van de dag zijn we de Ria de Muros ingevaren en in de marina van Muros werden we vrolijk opgewacht door de jeffe ( spreek uit: geffe) van de marina, Pedro. Pedro was wel een heel bijzondere havenmeester: hij wilde echt dat zijn gasten het daar fijn hadden: het havenkantoor, genaamd de “jail”, omdat het beveiligd was met hekken en tralies, had hij een echt huiselijke sfeer gecreëerd: naast doucheruimte, waren er ook 2 huiskamers, Spaans ingericht, een computerkamer, een keuken met fornuis, koelkast, en een buiten met een zitje. Heel bijzonder voor een haven. Na het inchecken in zijn kantoor kreeg Ad een hand en Yolanda een omhelzing met 2 zoenen….. Van de jail kregen we overigens ook de sleutel.  De haven lag in het centrum van Muros, en daar bleek de laatste avond van een paar feestdagen te zijn, met dansoptreden, muziek, door het hele oude stadgedeelte heen was een middeleeuwse sfeer nagemaakt, met hooi op de straten, veel vissersspullen, eettentjes, en uiteraard ook de kraampjes waar je van alles kan kopen uit de regio. De volgende dag zagen we het stadje zonder deze decoratie, en dat was ook zeer de moeite waard. We hebben heerlijk door het stadje geslenterd, foto’s gemaakt, de romaanse kerk bekeken. Een bedevaartganger was hier ook net aangekomen, hij verwarmde zijn eten achter de kerk, en vertelde dat hij deze tocht maakte voor zijn overleden moeder.
Pelgrim-spullen bij de kerk van Muros

Muros










Op zo’n reis zijn duidelijk niet alle dingen leuk. Na 2  nachten Muros vertrokken we naar onze volgende baai, een vrij grote, de Ria Arousa. We hadden daar een superleuke ankerplek in onze gedachten, mooi in de luwte van de wind. In deze baai hebben we eerst goed kennis gemaakt met de “viveros”. Dit zijn een soort eilandjes van hout, waar mossels op geoogst worden.




In deze ria zijn er echt heel veel. Hij is er bijna mee volgebouwd. Eerst hadden we het idee om erom heen te varen, maar later besloten we er toch maar zeer geroutineerd als echte locals, er tussendoor te varen.
Viveros

Viveros

Toen we het ankerplekje bereikten wat we op het oog hadden, bleek de beschutting te bestaan uit een grote brug, ongeveer zoals de Zeelandbrug, die het vaste land met het eiland verbond. Aangezien de wind steeds meer aantrok, lagen we bepaald niet beschut, en de nacht was wel heel rommelig daardoor. De volgende ochtend zijn we maar snel vertrokken naar de volgende ria.




De Ria de Pontevedra
Hier kwamen we woensdagavond aan, en zijn toen maar eerst een nachtje in de marina gaan liggen van Combarra, een moderne marina, die naast een heel oud vissersdorpje, Combarra, lag. In deze baai zijn we weer een aantal dagen gebleven, waarbij we wel de haven hebben verruild voor een gratis ankerplekje net buiten de marina. Deze marina was wel heel commercieel ingesteld: toen we vroegen of we ons bijbootje konden aanleggen bij de dieselpomp (wat achteraf gelegen), kon dat wel, voor 15 euro/dag… Dat hebben we maar niet gedaan, en na een dag kwamen we er achter dat we het bijbootje mooi aan een trapje bij de kade muur achter konden laten, aan een voldoende lang touw om het neergaande tij goed op te kunnen vangen. Erg luxe, een eigen trap! Vanuit de kuip van de Windsong hebben we het oude dorpje goed kunnen bewonderen; alle vissershuisjes hadden zicht op de baai, konden bij hun bootjes via schuine hellingen tussen de huizen; overal stonden op pleintjes in het dorp grote kruisen, Cruceiros, en ieder huis met tuin had in die tuin een Horreros staan, een schuur van hout met openingen tussen het hout, op stenen palen gezet; hierin werden allerlei etenswaren bewaard. Speciaal in dit deel van Galicië kom je deze schuren veel tegen. Ook nu worden ze nog gebruikt. De huisjes en tuinen aan het water waren omgetoverd tot restaurantjes, waar de visjes en worstjes op hout gegrild werden. Het was een beetje te vergelijken met ook weer de Zaanse Schans bij ons, ook qua drukte, maar het verschil is dat dit er altijd zo gestaan heeft.


























Nadat we nog wat hebben rondgekeken in de omgeving, hebben we voor zondag en maandag een toestemming geboekt op Isla Ons. Dit eiland maakt deel uit van een eilandengroep voor de kust van Galicië, die tot een natuurreservaat horen. In La Coruña  hebben we ons hier al voor aangemeld, met hulp van de havenmeester daar, en vanaf een week voor je geplande aankomst in dat gebied kun je dan je verzoek indienen. Zo willen ze voorkomen dat het eiland te druk met geankerde boten wordt. Ben je er zonder toestemming , dan kan je dat een boete kosten van € 1000,00….Goed regelen was dus wel een belangrijk dingetje. Doe je het goed, dan zijn er verder geen kosten aan verbonden. We hebben hier 2 dagen voor anker gelegen, aan een parelwit strandje, waar in de loop van de dag mensen komen, vooral om van  de zon te genieten omdat zwemmen wat frisjes is. ’s Avonds zie je dan iedereen weer naar huis gaan, zelfs de meeste zeilbootjes vertrokken weer, en alleen de meeuwen bleven achter.



Die zijn hier overigens een beschermde soort. Op dit eiland hebben ze ook diverse hagedissen, die alleen maar op dit eiland voorkomen, en Ad heeft er een op de foto gezet, redelijk groot. Zo zijn er meer dieren die alleen hier voorkomen.

Logisch ook dat ze dit eiland goed beschermen door geen andere dieren hier toe te staan. Schelpen en zand (jawel) mag je ook niet meenemen… We hebben hier het hele eiland overgelopen, soms wat warm, maar echt alle moeite waard. En jawel,  na de eerste dag heeft Yolanda nog een paar slagen gezwommen in de Atlantische Oceaan, helaas niet op foto… Overigens waren er ’s ochtends bij het opstaan allemaal vissersbootjes om ons heen, en geen mens in de bootjes: ze waren allemaal aan het duiken naar inktvissen. Ze doken niet met flessen, maar zaten aan een lange slang met lucht uit de boot vast, een heel merkwaardig gezicht. Na een aantal uur vertrok de een na de ander weer, op naar de visafslag.















Helaas moesten we na 2 dagen afscheid nemen van Isla Ons, omdat Ad had bedacht dat we mijn verjaardag, woensdag de 17, maar in Vigo, een grotere stad moesten zijn, in de Ria De Vigo. Daar hebben we in een marina in de stad gelegen, en na de eerste verrassing woensdagochtend, Ad had de Windsong van binnen versierd met de vlaggetjes, kwam de tweede verrassing: Ad ging zelf nog even de stad in, kwam terug, ik moest mijn ogen dicht houden, echt goed dicht he, en in die tussen tijd is Eva aan boord gekomen: DAT WAS EEN ECHTE VERRASSING! We moesten dus naar Vigo, simpelweg omdat daar een vliegveld bij in de buurt ligt!